Een dronken vrouw met een baby op de rug gaat haar kalebas bij de grote pot vullen met tesguino. Ze buigt voorover, schudt haar kind op de juist plek, komt met de volle nap overeind, loopt zwaaiend over de rotsen weg, ziet niet dat een rots nat en glibberig is van urine, drank en half gesmolten sneeuw, glijdt uit en valt met haar volle gewicht op haar kind. Uit: Mexicaanse sneeuw
Mexicaanse sneeuw.
Na een dagenlange eenzame voettocht in Mexico komt Karin Anema bij de Tarahumara’s, een primitieve indianenstam die op 3000 meter hoogte leeft in grotten aan de randen van diepe canyons. Zij worden ‘rarámuri’ genoemd – het volk van hardlopers – omdat zij dagen achtereen op blote voeten kunnen rennen zonder last te hebben van de barre weersomstandigheden. Bezit telt niet voor de Tarahumara’s, tijd speelt voor hen geen rol en ze zijn zeer zwijgzaam. Tesguino, een zelfgestookte drank, blijkt het sleutelwoord om contact met hen te krijgen.
Mexicaanse sneeuw is het fascinerende verhaal van Karin Anema’s tocht, van haar ontmoeting met de Tarahumara’s en hoe ze uiteindelijk in deze harde maar pure wereld wordt opgenomen.